De eerste barst in de belofte van een nieuw begin is al zichtbaar nog vóór het nieuwe kabinet uberhaupt goed en wel gevormd is.

D66 en CDA willen vast blijven houden aan de Spreidingswet, alsof de verkiezingsuitslag van 29 oktober nooit heeft plaatsgevonden.
Die uitslag gaf een brede wens voor meer grip op migratie duidelijk weer. Gemeenten die al jaren worstelen met opgelegde opvanglocaties zien tot hun ontzetting dat Den Haag opnieuw de andere kant opkijkt.
Het meest opmerkelijke: dit gaat niet enkel om partijpolitiek, maar om een bewuste keuze op basis van het advies van Richard van Zwol, voorzitter van de staatscommissie die het omstreden rapport over bevolkingsgroei presenteerde. Zijn aanbeveling aan D66 en CDA om de Spreidingswet in stand te houden tart iedere logica.
Dezelfde commissie die waarschuwt voor onhoudbare bevolkingsgroei adviseert een wet te behouden die diezelfde groei juist stimuleert.
Wat houdt de Spreidingswet in?
De Spreidingswet, formeel de Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen genoemd, trad op 1 februari 2024 in werking.
Het doel: zorgen dat gemeenten bijdragen aan opvangvoorzieningen voor asielzoekers en dat de verdeling ervan over provincies en gemeenten evenwichtiger wordt.
Gemeenten zijn niet langer vrijblijvend deelnemer, maar hebben een wettelijke taak. De regering werkt aan intrekking van de wet, maar zolang dat niet afgerond is, blijft de wet gelden.
Kort gezegd: De wet creëert een systeem waarbij ruimere opvang en een bredere spreiding plaatsvinden — maar dat betekent ook dat gemeenten soms opvanglocaties opgelegd krijgen zonder heel veel inspraak.
Waarom dit advies zo controversieel is
Het advies van Van Zwol om de Spreidingswet te behouden lijkt op het eerste gezicht consistent — ja, er is een opvangprobleem en een verdelingsprobleem — maar bij nadere beschouwing klopt er nauwelijks iets van de redenering.
Symptoombeheer in plaats van oorzaakbestrijding
In plaats van de instroom van asielzoekers aan te pakken, richt de wet zich op de verdeling. Het probleem wordt verplaatst in plaats van opgelost. Het is alsof de brandweer adviseert om het vuur beter te verdelen in plaats van het te blussen.
Lokale draagkracht genegeerd
Gemeenten ervaren vaak dat de draagkracht ontbreekt. Burgemeesters en gemeenteraden zien hun zeggenschap afnemen: wat eerst deels lokaal werd beslist, wordt nu grotendeels opgelegd.
Het idee van “verdeling” maakt in de praktijk dat inwoners met beleid geconfronteerd worden waar zij geen echte invloed op hebben.

Democratische legitimiteit onder druk
De verkiezing op 29 oktober liet een duidelijke verschuiving zien: veel burgers stemden op partijen die méér controle op migratie wilden. Als het nieuwe kabinet deze wens negeert, verliest het meteen geloofwaardigheid.
Het vasthouden aan de wet betekent dat de wil van de kiezer wordt genegeerd ten gunste van technocratische of bestuurlijke argumenten.
En wat zeggen gemeenten en andere organisaties?
Verschillende gemeenten en organisaties waarschuwen al langer dat intrekking van de wet onverstandig zou zijn.
Zo stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dat het intrekken van de wet “onwenselijk en onlogisch” is, juist omdat de wet bijdraagt aan voldoende opvangplekken en spreiding.
Aan de andere kant voelen veel gemeenten zich machteloos en onvoldoende betrokken bij de besluitvorming over locaties, criteria en draagvlak.
Bijvoorbeeld de gemeente Lisse stelde dat zij, conform de wet, 140 opvangplekken moeten regelen, maar dat ze wel zorgvuldig mogelijke locaties wil toetsen en omwonenden wil betrekken.
Kortom: de wet legt een taak op, maar laat de worstelingen achter in uitvoering, draagvlak en democratische betrokkenheid.

Waarom is de discussie nu zo scherp?
De discussie gaat verder dan alleen opvanglocaties of wetsteksten — het raakt maatschappelijke cohesie, lokale autonomie en de geloofwaardigheid van bestuurders.
Dwang versus vrijwilligheid
De wet heeft een dwangmatig karakter: gemeenten zijn verplicht een taak uit te voeren, ongeacht of er voldoende draagvlak is. Dit schaadt het idee van lokale zeggenschap. Terwijl draagvlak niet vanzelf ontstaat — het moet opgebouwd worden.
Verplaatsing van druk
De opvangcrisis in centra zoals Ter Apel wordt hiermee niet opgelost, alleen verplaatst.
Als het in Ter Apel “vol” is, worden andere gemeenten opgeroepen om het maar op te lossen. Dit is geen oplossing van de instroom, maar van de locatie-problematiek.
Politieke legitimiteit in het geding
Wanneer burgers ervaren dat beleidskeuzes worden opgelegd zonder echte inspraak, groeit het wantrouwen in bestuur en politiek.
Het vasthouden aan een wet die breed wordt ervaren als bestuurlijk opgelegd, versterkt dat wantrouwen.
Wat betekent dit voor het nieuwe kabinet?
Als het nieuwe kabinet inderdaad kiest om de Spreidingswet te handhaven — zoals D66 en CDA willen — dan kiest het voor continuïteit op de huidige koers. Dat betekent:
-
Meer opvanglocaties en een bredere verdeling over het land.
-
Minder nadruk op het terugdringen van de instroom en meer op de verdeling van de taak.
-
Een groter risico dat lokale gemeenschappen zich genegeerd voelen en dat het draagvlak verder afneemt.
-
Een politiek signaal dat de wil van de kiezer minder gewicht heeft dan technocratische adviezen of bestuurlijke reflexen.
Het alternatief is het loslaten van de wet, het inzetten op vrijwilligheid of andere mechanismen en het vergroten van lokaal zeggenschap en draagvlak — maar dan moet het kabinet fundamenteel anders denken over migratie- en opvangbeleid.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/11/13114723/131125DEN_2023254821_koolmeesdebat1.jpg)
Waarom het om veel meer gaat dan alleen één wet
De discussie over de Spreidingswet gaat niet alleen over asielzoekers of opvangplekken: het gaat over de verhouding tussen burger, gemeente en overheid, over de manier waarop besluiten worden genomen, en over of bestuur luistert naar de samenleving of top-down handelt.
Het is tekenend dat de staatscommissie die waarschuwt voor bevolkingsgroei het voorstel doet om een wet te houden die diezelfde groei bevordert. Het is niet enkel een beleidsfout, het is een symbolische keuze.
Als het nieuwe kabinet kiest voor behoud van de wet, dan zegt het: we geloven meer in technocratische adviezen dan in de uitkomst van verkiezingen en in antwoorden vanuit de samenleving.
En dat heeft gevolgen voor de legitimiteit van bestuur en de weerbaarheid van lokale gemeenschappen.
Conclusie: geen gemakkelijke keuze, wel een duidelijke implicatie
Voor wie werkelijk verantwoordelijkheid wil tonen, is de keuze helder: erkennen dat dwangbeleid in steeds meer gemeenten werkt als een bom onder draagvlak en bestuur, of kiezen voor een meer democratische en lokaal gedragen aanpak.
De Spreidingswet symboliseert een bestuursstijl die haar houdbaarheidsdatum lijkt te hebben overschreden.
Het nieuwe kabinet staat voor de keuze: luisteren naar technocratische adviezen of luisteren naar de kiezers die duidelijk spraken.
Het risico van het eerste pad: verdere afstand tussen burgers en bestuur, versplinterd draagvlak, en een politiek systeem dat moeilijk geloofwaardig blijft.
Het tweede pad vergt lef, verandering en transparantie — maar biedt de kans op herstel van vertrouwen en betrokkenheid.
Wie het daar mee eens is, kan niet enkel toekijken.
Het gesprek over beleid hoort geen intern kabinets-dictaat te zijn. Reageren, vragen stellen, betrokken zijn met je gemeente en je invloed laten gelden, is onmisbaar. Want Nederland verdient beter dan wetten die problemen verplaatsen in plaats van oplossen.




