Rob Jetten staat als politiek leider van de grootste fractie in de nieuwe Tweede Kamer voor een enorme uitdaging.

Met 26 zetels heeft D66 een stevige basis, maar het beeld dat bij veel mensen blijft hangen: de regie over wat er in Den Haag gebeurt, ligt niet bij hem.
In interviews en optredens klinkt Jetten vooral voorzichtig en afwachtend. Dat voedt het idee dat anderen inmiddels het tempo bepalen.
Grootste partij, maar geen vanzelfsprekende macht
Normaal gesproken neemt de grootste partij direct na de verkiezingen de rol van aanvoerder in het formatieproces op zich.
Die partij bepaalt de toon, zet de lijnen uit en nodigt anderen uit om mee te doen. Dit keer lijkt die dynamiek anders. Ondanks de verkiezingswinst voelt het alsof de invloed van D66 meteen onder druk staat.
De Kamer is namelijk flink naar rechts opgeschoven. Meerdere partijen claimen invloed en voelen zich gesterkt door de uitslag. Daardoor is er veel minder ruimte voor een klassieke regierol waarin de grootste partij simpelweg bepaalt wat er gebeurt.
Jetten wil graag samenwerken en bouwen aan een nieuwe politieke cultuur, maar dat botst met een harde realiteit waarin macht, meerderheden en onderhandelingsposities altijd de boventoon blijven voeren.

Afstand tussen D66 en VVD zorgt voor extra spanning
Een belangrijke vraag is hoe D66 zich verhoudt tot de VVD. De liberalen zijn traditioneel een cruciale partner in ieder formatiespel. Jetten werd gevraagd of hij snel een kop koffie gaat drinken met VVD-leider Dilan Yesilgöz om de relatie te versterken.
Zijn antwoord was voorzichtig: dat hangt af van het debat, de verkiezing van de Kamervoorzitter en “enkele andere zaken”.
Kortom: er ligt spanning. De VVD wil zich niet laten vastpinnen als onderdeel van een links blok, omdat dat haar kiezers zou kunnen afschrikken.
D66 wil juist laten zien dat er breed samengewerkt kan worden. Het resultaat: iedereen kijkt naar elkaar, maar niemand durft als eerste te bewegen.
Dat levert geen daadkrachtig beeld op voor een partij die de grootste troefkaart in handen heeft.
Het gedoe rond informateur Weijers beschadigt het leiderschapsbeeld
Daar bovenop kwam nog het incident rond informateur Hans Weijers. Hij werd aangesteld om het proces te begeleiden, maar moest al snel vertrekken vanwege eerdere stevige uitspraken over Yesilgöz.
De beslissing om hem weg te sturen werd door Jetten gepresenteerd als onderdeel van een nieuwe bestuurscultuur: fouten erkennen, corrigeren en doorgaan.
Toch zorgde het voor een flinke kras op het beeld van leiderschap. Critici wijzen erop dat iemand met zo’n rol vooraf volledig gescreend had moeten zijn. In plaats van richting geven, leek D66 vooral bezig met herstellen en repareren. Dat voedt het gevoel dat het initiatief niet bij hen ligt.

De macht schuift naar rechts – en Jetten moet volgen
De nieuwe politieke verhoudingen geven de rechtse flank duidelijk meer macht in de Kamer. PVV, BBB, JA21 en FVD zetten flink aan op thema’s als migratie, veiligheid en bestuur. Voor D66 betekent dat dat samenwerking buiten de traditionele linkse hoek onvermijdelijk wordt.
Maar daar speelt een extra probleem:
-
Het profiel van D66 botst op meerdere cruciale dossiers met dat van de rechterzijde.
-
De VVD is nodig voor een meerderheid, maar blijft zich strategisch opstellen.
-
Zonder rechtse partijen is er simpelweg geen stabiel kabinet te vormen.
Als de grootste partij afhankelijk is van anderen die geen haast hebben, ontstaat er automatisch een beeld van verlies aan controle.
Jetten probeert te bouwen op vertrouwen en nieuwe omgangsvormen
Rob Jetten benadrukt steeds dat hij wil werken aan een andere bestuurscultuur. Dáár moet het nieuwe kabinet volgens hem mee beginnen.
Eerlijker, opener, en met meer onderling vertrouwen. Hij wil met de nieuwe generatie partijleiders bespreken hoe dat kan.
Maar vertrouwen op zich maakt nog geen meerderheid. Uiteindelijk komen de harde onderhandelingen eraan, en dan moet blijken:
-
welke D66-prioriteiten op tafel blijven liggen
-
welke compromissen D66 bereid is te sluiten
-
welke partners zich durven te binden aan de partij die het voortouw claimt
Zolang die kaarten niet op tafel liggen, voelt het alsof D66 vooral volgt in plaats van leidt.
De stand van zaken: zowel winst als verlies


Kijkend naar de eerste weken sinds de verkiezingen valt één ding op: D66 boekte een enorme overwinning, maar het momentum glipt weg.
De partij is de grootste, maar gedraagt zich niet als een speler die de lijnen uitzet.
De ingrepen in de formatie verhelderen weinig en laten juist zien hoe kwetsbaar de positie van de partij eigenlijk is.
Ondertussen nemen andere partijen de kans om zich duidelijk te profileren. Zeker aan de rechterkant wordt hard aan de deuren van de macht gerammeld. De VVD speelt daarbij de rol van spil: nodig voor iedereen, maar afhankelijk van niemand.
Die positie zouden veel partijen graag hebben.
Gevoelige thema’s komen snel dichterbij
Ondertussen suddert er een tweede discussie op de achtergrond: de toekomst van gevoelige onderwerpen zoals abortus.
Dat thema raakt aan identiteitspolitiek en kernwaarden, wat juist tijdens formaties vaak explosief kan worden. D66 profileert zich traditioneel sterk op dit vlak. Maar hoe harder een partij ergens voor staat, hoe moeilijker het wordt om te onderhandelen.
Het laat zien dat de strijd om de regie niet alleen over proces gaat, maar ook over ideologische speelruimte.
Een cruciale fase breekt aan: nu moet D66 leveren
De komende periode wordt beslissend voor Rob Jetten en zijn partij. Formatiegesprekken worden concreter, keuzes kunnen niet langer worden doorgeschoven. De grote vraag wordt dan:
Kan Jetten de behoedzame toon omzetten in tastbare stappen die vertrouwen uitstralen én richting geven?
Of moet hij blijven reageren op wat anderen beslissen?
De grootste partij zijn is één ding. Laten zien dat die positie ook macht betekent, is stap twee.
Als D66 nu niet stevig in de stoel van de bestuurder gaat zitten, kan het zomaar gebeuren dat anderen de weg uitstippelen — en D66 uiteindelijk vooral mag meerijden.




