De stijgende vleesprijzen in Nederland zorgen opnieuw voor politieke onrust.

FVD-fractievoorzitter Lidewij de Vos mengt zich vol overtuiging in het debat en wijst één duidelijke schuldige aan: de Haagse politiek.
Volgens haar zijn het niet de boeren of de markt die de kosten omhoogstuwen, maar jarenlange regels en belastingen die de agrarische sector financieel uitputten.
Het gevolg is volgens De Vos pijnlijk zichtbaar in de supermarkt: vlees dat voor veel gezinnen simpelweg niet meer te betalen is.
Volgens De Vos ligt de schuld volledig bij politiek Den Haag
De Vos laat via X weten dat voedselzekerheid en betaalbaarheid onder druk staan door stapels regelgeving waarmee boeren al jaren worden opgezadeld.
Waar Nederland wereldwijd bekendstaat om innovatie en hoge kwaliteit in de voedselketen, ziet zij nu juist dat deze sector wordt afgebroken door beleid dat steeds verder wordt aangescherpt.
De boodschap is helder: niet de consument of de boer, maar het beleid jaagt de prijzen omhoog. Gezinnen moeten daardoor steeds vaker een luxeprijs betalen voor producten die ooit vanzelfsprekend waren. Dat is volgens De Vos niet alleen onrechtvaardig, maar ook gevaarlijk voor de toekomst.
Schrijnende cijfers: vlees wordt luxeproduct


Recente cijfers tonen dat de prijsstijgingen enorm zijn. De groothandelsprijzen voor rundvlees zijn de afgelopen jaren door het dak gegaan.
Een dalend aantal veehouders zorgt voor minder aanbod, terwijl supermarkten hun vlees steeds vaker uit het buitenland moeten importeren. De Koninklijke Nederlandse Slagers meldt dat dit al merkbaar is in zowel prijzen als beschikbaarheid.
Wat vroeger een standaard stukje vlees op het bord was, lijkt nu voor veel huishoudens “een keer per week” te worden.
De Vos noemt dit een direct gevolg van wat zij “afbraakbeleid” noemt: regels rondom stikstof, mest en uitstoot maken ondernemen zo lastig dat steeds meer boeren moeten stoppen.
Nederlandse boeren horen tot de wereldtop
De Vos benadrukt dat Nederland zijn agrarische sector zou moeten koesteren in plaats van blokkeren.
Nederlandse boeren produceren namelijk met veel minder uitstoot per kilo product dan de meeste buitenlandse producenten. Daarbij zijn dierenwelzijn en voedselkwaliteit in ons land streng bewaakt.
Toch worden bedrijven uitgekocht, stilgelegd of onder flinke druk gezet. De strange ironie volgens De Vos: vlees dat vervolgens uit verre landen wordt gehaald, veroorzaakt meer vervuiling door transport én wordt geproduceerd onder lagere standaarden dan in Nederland.
Dat is volgens haar niet alleen slecht voor de economie, maar ook voor het klimaat — precies het tegenovergestelde van wat het beleid zou moeten bereiken.

FVD: “Dit beleid holt onze voedselzekerheid uit”
Het standpunt van Forum voor Democratie is al langere tijd duidelijk: de partij verzet zich tegen de manier waarop Nederland de agrarische sector behandelt.
In hun visie wordt de boer gezien als probleemfactor, terwijl de sector juist een fundament vormt van de samenleving. Minder boeren betekent minder controle over voedselproductie en hogere afhankelijkheid van andere landen.
Volgens De Vos belanden we op die manier in een situatie waarin vlees en andere voedingsmiddelen alleen nog betaalbaar blijven voor een rijkere bovenlaag, terwijl de rest van Nederland moet bezuinigen op de dagelijkse maaltijd. Zij waarschuwt dat de huidige koers Nederland direct kwetsbaar maakt.
Politieke keuzes hebben zichtbare gevolgen
De realiteit is volgens De Vos al voelbaar in heel het land. Boerenbedrijven verdwijnen, gezinnen betalen hogere prijzen en supermarkten vervangen Nederlands vlees door import. Veel agrarische ondernemers zien geen toekomst meer en beëindigen noodgedwongen hun bedrijf.
Het treft niet alleen de landbouwsector zelf, maar ook winkels, restaurants en gezinnen — kortom, iedereen. De Vos stelt dat Den Haag de connectie met de realiteit aan de keukentafel is kwijtgeraakt.
“Boeren worden niet gesteund, maar tegengewerkt”
Volgens De Vos is het niet zo dat boeren niet willen verduurzamen. Integendeel: Nederland heeft al jaren de meest vooruitstrevende landbouwinnovaties ter wereld.
Maar wanneer regels en extra kosten sneller worden opgelegd dan bedrijven kunnen aanpassen, wordt het onmogelijk om nog rendabel te blijven. Dat leidt tot frustratie, onzekerheid en een toenemende uittocht van boeren.
Veel van de maatregelen komen vanuit Europese richtlijnen. Maar De Vos vindt dat Nederland zelf keuzes maakt die nog strenger en schadelijker zijn dan nodig. In haar ogen moet Den Haag eindelijk kiezen voor een koers waarmee boeren kunnen blijven bestaan.

Vlees wordt steeds meer iets voor speciale gelegenheden
Voor veel gezinnen wordt vlees al structureel minder vaak gekocht. De Vos voorspelt dat, als de overheid doorgaat met het opdrijven van prijzen, vlees binnen enkele jaren een luxeproduct zal zijn.
Ze stelt dat dit precies is wat partijen als D66, GroenLinks en PvdA willen: een samenleving waarin vlees eten vooral wordt ontmoedigd.
Maar dat komt volgens haar neer op een opgelegde levensstijl, waarbij de consument uiteindelijk de rekening betaalt. Dat ziet ze als oneerlijk en onnodig, zeker wanneer de kwaliteit van voedsel in Nederland juist zo hoog ligt.
Herwaardering van de Nederlandse boer is noodzakelijk
De Vos pleit voor een totale herziening van het landbouwbeleid. Minder heffingen, meer toekomst, minder politiek gedoe en vooral: vertrouwen in de mensen die het eten produceren.
Volgens haar heeft Nederland alles in huis om een wereldwijd voorbeeld te blijven op het gebied van voedselkwaliteit en efficiëntie — zolang de politiek de sector niet blijft dwarsbomen.
Boeren verdienen volgens haar bescherming en ondersteuning, geen obstakels. Als Nederland zijn agrarische sector verliest, verliest het volgens De Vos meer dan alleen vleesproductie: het verliest kennis, onafhankelijkheid en identiteit.
Wanneer gaat de politiek luisteren naar de boeren én de consument?
De waarschuwing van De Vos komt op een moment waarop veel Nederlanders zich zorgen maken over hun boodschappenbudget. Prijzen blijven stijgen, en de politiek lijkt steeds meer te focussen op extra regels en lasten in plaats van oplossingen die iedereen helpen.
De vraag die zij centraal stelt: hoe ver moet de situatie verslechteren voordat Den Haag verantwoordelijkheid neemt?
Volgens haar verdient de boer waardering en toekomstperspectief. Niet alleen om wat zij leveren aan voedsel, maar omdat zij essentieel zijn voor de stabiliteit van Nederland.




