Nieuwe politieke dynamiek in Den Haag
De eerste zetelpeiling sinds de verkiezingen zorgt meteen voor opschudding in Den Haag. D66, onder leiding van Rob Jetten, klimt naar 28 zetels en profileert zich daarmee als de grootste partij van het land. Terwijl de verschuivingen aan de rechterzijde kleiner zijn, tekent zich duidelijk een nieuwe machtsbalans af. De PVV verliest terrein, Forum voor Democratie wint licht, en GroenLinks-PvdA kampt met interne spanningen na verlies van steun. De politieke stemming blijft onvoorspelbaar, en het Nederlandse landschap lijkt nog lang niet uitgekristalliseerd.
D66 profiteert van vertrouwen en momentum
Volgens de nieuwste cijfers wint D66 twee zetels, terwijl de meeste andere partijen stabiel blijven of licht verliezen. De partij profiteert zichtbaar van het positieve imago van Rob Jetten, die door veel kiezers wordt gezien als capabel, betrouwbaar en pragmatisch. Meer dan de helft van de ondervraagden noemt hem geschikt als premier — een opmerkelijke stijging ten opzichte van eerdere peilingen.
Die stijgende lijn past in een bredere trend waarin D66 zich positioneert als de redelijke middenpartij tussen progressieve idealen en bestuurlijke verantwoordelijkheid. “Mensen lijken opnieuw te verlangen naar rust, redelijkheid en resultaat,” zegt een Haagse analist. “En op dit moment belichaamt Jetten dat beter dan wie dan ook.”

Verlies en twijfel bij GroenLinks-PvdA
Aan de linkerzijde heeft GroenLinks-PvdA moeite om de fusiepolitiek te vertalen naar electoraal succes. De partij daalt naar achttien zetels, waarmee de roep om een koerswijziging toeneemt. De nieuwe fractievoorzitter Jesse Klaver krijgt te maken met interne druk om het linkse kamp opnieuw uit te vinden.
De daling weerspiegelt een bredere onzekerheid binnen links Nederland: de vraag hoe progressieve partijen relevant kunnen blijven in een tijd waarin kiezers zich meer zorgen maken over koopkracht, woningnood en bestaanszekerheid dan over ideologische idealen.
“Links is zoekende,” zegt een partijstrateeg. “De fusie was bedoeld om kracht te bundelen, maar het heeft ook nieuwe spanningen blootgelegd. De uitdaging is om niet alleen moreel gelijk te hebben, maar ook politiek rendement te boeken.”
Rechterzijde zoekt balans
Aan de andere kant van het politieke spectrum verliezen de rechtse partijen nauwelijks terrein, maar schuiven de onderlinge verhoudingen. De PVV van Geert Wilders zakt van 26 naar 24 zetels, terwijl Forum voor Democratie verrassend twee zetels wint en op negen uitkomt. JA21 groeit bescheiden naar tien, terwijl BBB één zetel moet inleveren en terugvalt naar drie.
De cijfers laten zien dat het rechtse blok weliswaar stabiel blijft, maar niet homogeen is. De groei van kleinere partijen als FVD en JA21 duidt op onvrede met de gevestigde orde — zelfs binnen rechts. Die versplintering kan het formeren van een stabiele coalitie extra moeilijk maken.

Coalitievoorkeuren tonen scherpe lijnen
Uit de peiling blijkt dat bijna de helft van de kiezers een voorkeur heeft voor een centrumrechtse coalitie, met partijen als VVD, D66 en mogelijk JA21. Een derde van de ondervraagden ziet meer in een middenvariant waarin ook GroenLinks-PvdA zou deelnemen.
Opvallend is dat VVD- en JA21-stemmers het meest uitgesproken zijn over hun wens voor een centrumrechts kabinet. Tegelijkertijd tonen D66-kiezers juist verdeeldheid: velen zien niets in samenwerking met partijen verder rechts van de VVD. Die spanning maakt het politieke speelveld uiterst complex.
De afwijzing van samenwerking met GroenLinks-PvdA is groot. Vooral aan de rechterkant klinkt stevige weerstand tegen linkse regeringsdeelname. Dat vergroot de kloof tussen wat politiek mogelijk is en wat kiezers werkelijk zien zitten.
Partijen tussen idealen en realiteit
Bijna de helft van de ondervraagden vindt dat politieke partijen bereid moeten zijn compromissen te sluiten, zelfs als dat betekent dat zij hun verkiezingsbeloften moeten relativeren. Een meerderheid zegt dat D66 best mag toetreden tot een centrumrechtse coalitie, al ligt dat gevoel binnen de partij zelf gevoeliger.
Ook rond de PVV lopen de meningen uiteen. Een derde van de kiezers ziet Wilders’ partij wel meeregeren, vooral onder aanhangers van FVD en JA21. Toch blijft het wantrouwen groot bij kiezers in het midden en op links.
De boodschap van de peiling is duidelijk: Nederland verlangt naar stabiliteit, maar is diep verdeeld over de weg daarnaartoe.
De formatie: een schaakspel met dunne marges
Met deze cijfers op tafel wordt de formatie in Den Haag een delicaat schaakspel. D66 staat voor een strategische keuze: vasthouden aan progressieve idealen, of meebewegen richting het politieke midden om invloed te behouden.
De VVD bevindt zich op haar beurt in een even lastige positie. De partij moet de balans vinden tussen samenwerking met rechts — waar de concurrentie toeneemt — en het behoud van een gematigde koers die kiezers vertrouwen geeft.
Aan de linkerzijde zal GroenLinks-PvdA moeten bewijzen dat de fusie meer is dan symboliek. De partij moet inhoudelijk en emotioneel opnieuw aansluiting vinden bij de kiezer, of het risico lopen irrelevant te worden in de komende formatierondes.
Een nieuw evenwicht of oude patronen?
De peiling schetst een politiek landschap dat in beweging blijft, maar waarin oude patronen nog niet zijn doorbroken. D66 lijkt tijdelijk de bovenhand te hebben, maar de marge is dun en het vertrouwen broos.
Nederland staat op een kruispunt: kiest het land opnieuw voor scherpe lijnen tussen links en rechts, of wint het midden terrein als bron van stabiliteit?
Eén ding is zeker: in deze nieuwe politieke realiteit is elke zet van belang — en elke fout fataal.




