“Eli Iserbyt keert terug uit de hel: vier operaties, geen druppel bloed in zijn been”
Het is een beeld dat wielerfans hoopvol stemt: Eli Iserbyt, rijdend op de rollen, met voorzichtige glimlach. De Belgische veldrijder van Pauwels Sauzen–Bingoal lijkt eindelijk op weg naar een comeback. Maar achter dat optimisme schuilt een verhaal van pijn, angst en ongelooflijk doorzettingsvermogen.
Want wat begon als “vage beenklachten” groeide uit tot een medische nachtmerrie die zijn carrière — en misschien zelfs zijn gezondheid — bijna volledig vernietigde.
Een mysterie dat maanden duurde
De voorbije winter merkte Iserbyt dat er iets niet klopte. Hij verloor kracht in zijn linkerbeen, voelde tintelingen en had moeite om op volle intensiteit te trainen. “Ik dacht eerst aan een zenuwbeknelling of een overbelasting,” vertelt hij aan HLN. “Maar na verloop van tijd voelde ik dat het erger werd. Mijn been reageerde niet meer zoals ik wilde.”
Een batterij aan onderzoeken volgde: bloedtesten, scans, neurologische check-ups — telkens zonder duidelijk resultaat. Pas na een CT-scan met contrastvloeistof kwam de waarheid aan het licht.
“De artsen lieten me het beeld zien. Rood betekent: goede doorstroming. Oranje: lichte vernauwing. Maar bij mij was alles… zwart. Er ging letterlijk géén bloed meer naar mijn linkerbeen.”
De diagnose: een vernauwde liesslagader — een aandoening die vaker voorkomt bij topsporters, maar bij Iserbyt al in een vergevorderd stadium zat. Zonder snelle ingreep dreigde permanente schade.
Vier operaties in drie maanden
De eerste operatie leek aanvankelijk succesvol, maar het herstel verliep stroef. De wond raakte ontstoken, en de bloedsomloop verbeterde niet zoals gehoopt.
“Mijn lichaam reageerde gewoon niet,” zegt Iserbyt. “Ik dacht: oké, wat nu? En toen begon de ellende pas echt. In juni lag ik drie keer kort na elkaar opnieuw op de operatietafel. In totaal ben ik zo’n vijftien uur geopereerd. Ik verloor bijna al mijn spiermassa in dat been.”
De dokters moesten telkens littekenweefsel verwijderen dat de bloeddoorstroming blokkeerde. Elke ingreep bracht risico’s met zich mee. “Ze zeiden letterlijk: ‘We weten niet of dit nog goed komt.’ Dat was keihard om te horen.”
Een mentale hel
Fysiek herstel is één ding, maar mentaal was het misschien nog zwaarder.
“Het slechte nieuws bleef maar komen,” vertelt Iserbyt. “Je ligt daar, verdoofd, met tijd om te piekeren. ‘Komt dit ooit nog goed? Zal ik ooit nog kunnen fietsen? Of zelfs normaal stappen?’ Die gedachten vreten aan je.”
De normaal zo zelfverzekerde Iserbyt kwam in een negatieve spiraal terecht.
“Doemdenken werd mijn standaard. Ik voelde me machteloos. Er waren momenten waarop ik me echt afvroeg of het dit allemaal nog waard was.”
Zijn entourage, familie en ploeggenoten speelden in die periode een cruciale rol. “Mijn ploeg heeft me nooit onder druk gezet. Ze zeiden telkens: ‘Eli, herstel eerst. De rest komt later.’ Dat vertrouwen heeft me rechtgehouden.”
Voorzichtig vooruit
Vandaag, enkele maanden later, is het tij langzaam aan het keren. Iserbyt traint weer op de fiets, zij het met mate. Zijn huidige vorm schat hij op “ongeveer 70 procent”.
Zijn doel? De Jaarmarktcross van Niel op 11 november. “Dat is het plan, al weet ik dat het heel kort dag is. Volgens mijn entourage zelfs té ambitieus,” lacht hij. “Maar ik heb het nodig om ergens naartoe te werken.”
Hij benadrukt dat hij alleen zal starten als zijn lichaam het toelaat. “Er is geen enkele druk vanuit het team. Als ik niet klaar ben, dan niet. Ik wil niet half fit terugkeren — dat zou geen respect zijn tegenover mezelf of mijn concurrenten.”
Toch gloeit er hoop. “Ik voel me weer renner. Elke dag gaat het een beetje beter. En eerlijk: ik geniet nu van kleine dingen waar ik vroeger nooit bij stilstond. Gewoon kunnen fietsen zonder pijn — dat is al een overwinning.”
Een seizoen zonder verwachtingen
Over topvorm spreekt Iserbyt nog niet. “Als ik dit seizoen nog één keer écht op mijn oude niveau kan rijden, zou dat al een zegen zijn. Ik ben realistisch. Mijn prioriteit is nu weer vertrouwen krijgen in mijn lichaam.”
De medische staf van Pauwels Sauzen bevestigt dat Iserbyt’s herstel volgens plan verloopt. “De bloeddoorstroming is volledig hersteld,” zegt ploegarts Dr. Verhelst. “Maar na vier operaties moet het lichaam zich opnieuw aanpassen. Dat vraagt tijd.”
Dankbaarheid en perspectief
Waar hij maandenlang enkel angst voelde, overheerst nu dankbaarheid.
“Ik heb geleerd hoe snel alles kan keren,” zegt hij. “Als sporter leef je vaak in een bubbel: prestaties, uitslagen, schema’s. Tot je plots op een operatietafel ligt en beseft wat echt belangrijk is. Gezondheid, familie, de mensen rond je.”
Zijn comeback wordt daarom meer dan zomaar een sportieve terugkeer. “Het zal emotioneel worden,” voorspelt hij. “Niet omdat ik wil bewijzen dat ik de beste ben — maar omdat ik daar überhaupt weer mág staan.”
Een voorbeeld van veerkracht
Voor fans van het veldrijden is het verhaal van Eli Iserbyt er één van pure veerkracht. De kleine West-Vlaming, bekend om zijn explosieve start en technische souplesse, stond al vaker op uit schijnbaar onmogelijke situaties. Maar deze keer ging het niet om seconden of overwinningen — het ging om zijn toekomst.
En nu, met elke pedaalslag richting herstel, toont hij opnieuw wat hem zo bijzonder maakt: een koppige wil om nooit op te geven.
“Ik weet dat ik nog een lange weg te gaan heb,” besluit Iserbyt. “Maar één ding is zeker: ik ben terug. En dat alleen al voelt als goud.”




