Amsterdam – De nasleep van het rapport van de Amsterdamse ombudsman over het functioneren van het Bureau Integriteit heeft voor grote onrust gezorgd in de Stopera. Burgemeester Femke Halsema reageerde donderdag voor het eerst in het openbaar op de bevindingen en de verwijten dat zij ‘haar rechtstatelijke boekje te buiten is gegaan’. De burgemeester noemde die beschuldiging “een gotspe” en uitte scherpe kritiek op de manier waarop het onderzoek is uitgevoerd.
De gemeenteraad kwam bijeen voor een speciaal debat over het rapport, dat de verhoudingen tussen het college, de ombudsman en het ambtelijk apparaat op scherp heeft gezet. Tijdens de vergadering vuurden raadsleden vragen af over wat er zich precies achter de schermen heeft afgespeeld. Halsema ontkende dat zij onterecht invloed heeft uitgeoefend op het onderzoek. “Ik heb forse kritiek op die methode,” zei ze. “Laat ik het niet onder stoelen of banken schuiven: ik ben eigenlijk best gechoqueerd door de wijze waarop het onderzoek is gedaan.”

De burgemeester benadrukte dat ze nooit heeft geprobeerd de uitkomst van het rapport te sturen, maar zich wel zorgen maakte over de werkwijze van de ombudsman. Volgens haar is er in het onderzoek geen sprake geweest van hoor en wederhoor, waardoor de conclusies eenzijdig en onvolledig zouden zijn. “Een zorgvuldig proces hoort altijd beide kanten te horen. Dat is hier niet gebeurd, en dat baart mij grote zorgen,” aldus Halsema.
Het rapport van de ombudsman richt zich op het functioneren van het Bureau Integriteit, het interne meldpunt waar ambtenaren ongewenst gedrag of misstanden binnen de gemeente kunnen melden. Uit het onderzoek blijkt dat veel klachten niet of nauwelijks worden opgevolgd, waardoor melders zich niet gehoord voelen. Het rapport spreekt van een ‘verontrustende cultuur van wantrouwen’ binnen delen van het ambtelijk apparaat.
De conclusies van het rapport zijn pijnlijk voor de gemeente, omdat al langer bekend is dat het intern rommelt. Eerdere onderzoeken wezen al op structurele problemen, zoals discriminatie, ongewenst gedrag en een hoog ziekteverzuim onder ambtenaren. In september werd duidelijk dat het verzuimpercentage inmiddels is opgelopen tot 9,6 procent – een recordniveau.

Halsema gaf aan dat de gemeente deze signalen uiterst serieus neemt, maar vond dat het rapport van de ombudsman de situatie onnodig heeft gepolariseerd. “We moeten werken aan een veilige werkomgeving, maar dat vraagt zorgvuldigheid en vertrouwen – niet wantrouwen en publieke veroordeling,” zei ze in haar verklaring.
Na uren van debat besloot de gemeenteraad dat de onderzoeksmethoden van het rapport opnieuw moeten worden onderzocht. Een onafhankelijke commissie zal bekijken of de ombudsman correct te werk is gegaan en of er voldoende ruimte was voor hoor en wederhoor. Verschillende fracties, waaronder D66 en VVD, steunen het voorstel. GroenLinks en de PvdA, die Halsema politiek steunen, benadrukten dat het belangrijk is dat “het vertrouwen in de instituties wordt hersteld.”
De ombudsman zelf liet in een schriftelijke reactie weten volledig achter de onderzoeksmethode te staan en de kritiek van de burgemeester te betreuren. Volgens hem is er zorgvuldig gehandeld en was het doel juist om misstanden aan het licht te brengen.
Ondertussen blijft de kwestie de stad bezighouden. Binnen het gemeentehuis heerst volgens betrokkenen een gespannen sfeer. Medewerkers van het Bureau Integriteit zeggen dat de negatieve aandacht hun werk bemoeilijkt.

Het laatste woord over de zaak is nog niet gesproken. De gemeenteraad wil binnen enkele weken de eerste bevindingen van de herbeoordeling ontvangen. Voor Halsema is duidelijk dat het debat over integriteit, vertrouwen en transparantie voorlopig nog niet voorbij is. “We moeten dit niet gebruiken om muren op te trekken,” besloot ze. “We moeten juist leren van wat er misging – en het beter doen.”




