De politieke spanningen in Den Haag lopen opnieuw op nu de discussie over klimaatbeleid en onderwijsfinanciering centraal staat in de verkiezingscampagne. Frans Timmermans, lijsttrekker van GroenLinks–PvdA, heeft scherp uitgehaald naar partijen die pleiten voor het afzwakken van klimaatmaatregelen, terwijl D66-leider Rob Jetten oproept om geplande bezuinigingen op het onderwijs te schrappen.

De twee partijleiders positioneren zich daarmee duidelijk tegenover de rechtse partijen, met name de VVD en de PVV, die volgens peilingen een sterke kans maken om na de verkiezingen van 29 oktober de koers in het kabinet te bepalen.

Timmermans: “We spelen met de toekomst van onze kinderen”

Tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Utrecht waarschuwde Timmermans dat het “onverstandig en kortzichtig” zou zijn om de Nederlandse klimaatambities terug te schroeven.

“Wie nu de rem zet op duurzaamheid, zadelt de volgende generatie op met torenhoge kosten,” zei Timmermans. “De energietransitie is geen luxeproject — het is een noodzaak. We kunnen het ons simpelweg niet veroorloven om achterover te leunen.”

Volgens hem is er een groeiende trend bij sommige partijen om het klimaatdossier te gebruiken als verkiezingsthema, waarbij angst en onzekerheid worden aangewakkerd. “Mensen worden bang gemaakt met verhalen over kosten, terwijl er juist enorme kansen liggen voor groene banen, innovatie en energieonafhankelijkheid,” aldus Timmermans.

De GroenLinks–PvdA-leider benadrukte dat Nederland door moet zetten met investeringen in wind- en zonne-energie, woningisolatie en duurzame mobiliteit. “Terugschakelen betekent achteruitgaan,” waarschuwde hij.

VVD wil “realistisch klimaatbeleid”

De VVD, onder leiding van Dilan Yeşilgöz, pleit juist voor een “realistischer en betaalbaarder” klimaatbeleid. Volgens Yeşilgöz moeten gezinnen en bedrijven niet de dupe worden van “doorgeslagen groene plannen”.

In een recent debat zei zij: “We moeten klimaatbeleid voeren dat werkt voor mensen met een gewoon inkomen. Dat betekent tempo eruit, kosten omlaag, en verstandige keuzes maken.”

De VVD wil onder meer minder subsidies voor elektrische auto’s en strengere controle op grote overheidsprojecten zoals waterstofproductie.

Die houding stuit echter op felle kritiek van partijen op links, die vrezen dat Nederland door het remmen op groene investeringen zijn leidende rol in Europa zal verliezen.

Jetten: “Onderwijs is geen sluitpost”

Tegelijkertijd richtte D66-leider Rob Jetten zijn pijlen op de VVD-plannen om te snijden in de onderwijsbegroting. Volgens de liberaal-progressieve partij zou dat een “ramp” zijn voor de toekomst van Nederland.

“Onderwijs is geen sluitpost van de begroting, het is de motor van onze economie en van gelijke kansen,” zei Jetten tijdens een campagnebijeenkomst in Eindhoven. “Wie nu bezuinigt op leraren, scholen en onderzoek, bezuinigt op de toekomst.”

De VVD overweegt volgens bronnen een bezuiniging van enkele honderden miljoenen euro’s op het ministerie van Onderwijs om de stijgende begrotingstekorten te compenseren. D66 noemt dat “onacceptabel” en wil juist extra investeren in het aantrekken van leraren, digitalisering van het onderwijs en het verbeteren van het mbo.

Campagne in volle hevigheid

Met nog minder dan twee weken tot de verkiezingen lijken klimaat en onderwijs dé thema’s te worden waarop de verkiezingsstrijd zal worden beslist.

Timmermans en Jetten positioneren zich nadrukkelijk als de “stem van de toekomst”, terwijl Yeşilgöz inzet op koopkracht en betaalbaarheid voor burgers. Ondertussen probeert de PVV van Geert Wilders de focus te verleggen naar immigratie en veiligheid, onderwerpen waarop de partij traditioneel sterk scoort.

De campagne draait daarmee niet alleen om cijfers of beleid, maar ook om de koers die Nederland kiest: investeren in een duurzame en kennisgedreven toekomst, of remmen om de kosten van vandaag te drukken.

Zoals Timmermans het samenvatte: “Elke verkiezing is een keuze. Gaan we bouwen aan morgen, of blijven we stilstaan in gisteren?”