
De nieuwste peiling van Maurice de Hond heeft in politiek Den Haag voor flink wat opschudding gezorgd.
De cijfers laten een opvallende en harde realiteit zien: een overweldigende 94 procent van de VVD-achterban ziet een samenwerking met GroenLinks-PvdA absoluut niet zitten.
Hoewel de discussie al langer sluimerde, zorgt deze peiling ervoor dat de spanning in één klap oplaait.
De verhoudingen staan op scherp en de druk op de partijleiding neemt zichtbaar toe.
De uitkomst van de peiling geeft een duidelijk signaal af.
Terwijl de partijtop zich nog altijd stil houdt over de uiteindelijke koers, laat de achterban zich ongekend stevig horen. Dat creëert een flinke kloof tussen het politieke spel en wat de kiezers graag zouden willen zien.
Binnen de VVD-gemeenschap is de boodschap glashelder: een linkse coalitie is voor het grootste deel van de kiezers onbespreekbaar. De meeste VVD-stemmers geven aan dat hun voorkeur juist uitgaat naar partijen die meer richting het conservatieve blok bewegen.
Namen als JA21 of de PVV worden veel vaker genoemd als logische partners dan GroenLinks-PvdA.
De peiling laat zien dat de weerstand tegen een linkse samenwerking veel groter is dan lange tijd werd aangenomen.
Deze duidelijke voorkeur richting de rechterkant vormt een stevige waarschuwing aan het adres van de partijtop. De leiding kan deze signalen moeilijk negeren zonder risico te lopen op verlies van vertrouwen binnen de achterban.
Daarnaast valt de omvang van de instemming met een rechtser blok op. Niet alleen wordt een coalitie met GroenLinks-PvdA afgewezen, maar veel VVD-stemmers pleiten actief voor een strengere rechtse koers.
De druk op de partijleiding wordt hierdoor intensiever dan in eerdere formatierondes.
Voor partijleider Dilan Yesilgöz betekent deze peiling een belangrijk keerpunt.
Haar positie wordt steeds complexer, omdat ze onder enorme druk staat vanuit twee kanten: de achterban die vasthoudt aan een rechtse koers, en de realiteit van de formatiegesprekken die stroef verlopen en politieke ruimte vragen.
De spanning binnen de partij loopt daardoor verder op. VVD-kiezers verwachten dat de partijtop de peiling serieus neemt en geen stappen zet die als verraad aan de eigen achterban kunnen worden gezien.
Iedere beweging richting een linkse samenwerking, hoe klein ook, wordt door veel stemmers als bedreigend ervaren.
Daarnaast zijn de gesprekken achter de schermen in Den Haag allesbehalve eenvoudig. Verschillende partijen houden vast aan hun eigen koers, en de VVD bevindt zich midden in dat krachtenveld.
Yesilgöz moet balanceren tussen strategische belangen en het behoud van vertrouwen binnen haar partij – een lastige positie op een moment waarop de druk met de dag oploopt.
Tegelijkertijd speelt een andere partij een essentiële rol in de impasse: D66. Hun achterban ziet samenwerking met rechtse partijen nauwelijks zitten.
Daardoor blijft de partij zich stug richten op progressieve opties. Dit maakt de formatie bijzonder kwetsbaar, want het linkse blok en de rechterkant staan lijnrecht tegenover elkaar.
De blokkade tussen beide kampen zorgt ervoor dat gesprekken steeds opnieuw vastlopen. Waar sommige partijen proberen te schuiven richting het midden, blijven andere partijen precies de tegenovergestelde kant op bewegen.
De peiling van De Hond laat zien hoe diep deze tegenstelling inmiddels zit.
Omdat D66 op cruciale dossiers een progressieve koers wil vasthouden, houden zij effectief de deur naar een rechtser kabinet dicht. Deze tegenstelling maakt het bijna onmogelijk om tot een breed gedragen coalitie te komen.
Het CDA speelt een minder uitgesproken, maar wel belangrijke rol in de formatie. Ook onder hun achterban is een lichte voorkeur merkbaar voor een samenwerking met partijen zoals JA21, maar dan wel minder nadrukkelijk dan bij de VVD.
Toch blijft het CDA een partij die met moeite een duidelijke koers bepaalt.
Deze wankele positie zorgt voor extra druk op de partij. Het besluit dat het CDA uiteindelijk neemt, kan de formatie of verder doen ontsporen of juist een richting op duwen die jarenlang invloed zal hebben op de politieke verhoudingen. Hierdoor wordt hun achterban ineens een stuk relevanter dan voorheen.
Een opvallende bijkomstigheid uit de peiling is dat de PVV opnieuw stijgt. De partij blijft terrein winnen en staat volgens de meting sterker dan in eerdere fases van de formatie.
Deze groei zet extra druk op partijen die in het politieke midden staan.
Voor traditionele partijen wordt het steeds moeilijker om de verschuiving naar rechts te negeren.
Veel kiezers geven duidelijk aan dat ze vinden dat de politiek te lang vasthoudt aan samenwerking in het centrum, terwijl de politieke werkelijkheid volgens hen naar rechts verschuift. De peiling van De Hond laat nog eens zien hoe groot die verschuiving inmiddels is.
De vraag die steeds luider klinkt: hoe lang kunnen partijen deze trend negeren zonder hun eigen achterban van zich te vervreemden?
De kloof tussen de progressieve en de conservatieve achterban wordt steeds zichtbaarder. Aan de ene kant is er een groep die wil samenwerken met GroenLinks-PvdA en andere progressieve partijen. Aan de andere kant staat een stevige groep kiezers die juist verlangt naar een rechts kabinet.
Deze tegenstelling maakt iedere onderhandeling gevoelig. Iedere concessie richting links wordt door de rechterkant gezien als belachelijk en omgekeerd. Daardoor ontstaat een situatie waarin de formatie nauwelijks vooruit lijkt te komen.
De peiling versterkt dat gevoel van blokkade. De samenleving staat verdeeld, en de politieke top moet een weg zien te vinden door een landschap dat steeds meer polariseert.
De liberale partij staat aan de vooravond van een belangrijke keuze.
De achterban spreekt zich duidelijk uit, en iedere stap die de partij zet, wordt gevolgd door een kritische en mondige groep kiezers. Het risico dat deze kiezers overstappen naar partijen die harder en duidelijker communiceren, is groot.
Binnen de VVD wordt al langer gemopperd over de toenadering tot progressieve partners. De nieuwe peiling maakt dat gemor luider en versterkt de interne verdeeldheid. De sfeer binnen de partij verandert zichtbaar en de druk op Yesilgöz neemt verder toe.
De peiling van De Hond komt op een moment waarop Nederland al langer in een politieke blokkade zit. Kabinetsvorming sleept zich voort, gesprekken lopen vast en kiezers raken steeds vermoeider van het proces.
Het gebrek aan duidelijkheid voedt frustratie en zorgt ervoor dat iedere nieuwe peiling wordt gezien als een kans om het debat opnieuw aan te scherpen.
Het signaal van de kiezers is duidelijk. De vraag is nu welke partij als eerste de moed heeft om een duidelijke beweging te maken – richting links of richting rechts.
De komende weken worden cruciaal voor de toekomst van de formatie én voor het vertrouwen in de politiek.

Als de kloof tussen kiezers en partijen groter blijft worden, kan dat gevolgen hebben voor de volgende verkiezingen.
Kiezers die zich niet gehoord voelen, stappen sneller over naar partijen die hun voorkeur openlijk en duidelijk vertegenwoordigen. Voor de VVD betekent dat een risico dat op termijn moeilijk is terug te draaien.
Daarnaast kan de formatie in een nog diepere impasse terechtkomen wanneer partijen geen ruimte zien om naar elkaar toe te bewegen.
De peiling laat zien hoe hardnekkig de verschillen inmiddels zijn geworden. De komende weken zullen bepalend zijn voor de vraag of Nederland opnieuw verder moet zoeken naar een werkbare coalitie – of dat er toch een opening ontstaat.




