Spanning loopt op tijdens klimaattop Belém: inheemse groepen eisen harde actie om Amazone te beschermen
De spanning stijgt in het Braziliaanse Belém, waar wereldleiders, klimaatexperts en maatschappelijke organisaties zich hebben verzameld voor de dertigste internationale klimaattop, beter bekend als COP30. Te midden van diplomatieke onderhandelingen en technische discussies klinkt één boodschap steeds luider: de Amazone is geen handelsproduct, maar een levensader die beschermd moet worden.
Vooral de inheemse bevolking van de regio, waaronder de Munduruku-gemeenschap uit het noorden van Brazilië, laat zich krachtig horen. Hun verklaring is scherp en emotioneel geladen: “Wij zijn degenen die het klimaat beschermen. De Amazone mag niet langer worden vernietigd door grote bedrijven die daar rijk van worden.” De woorden vonden weerklank in de conferentiezalen en daarbuiten, en brachten een golf van steun op gang onder milieuorganisaties en jongerenactivisten.

Strijd tegen ontbossing centraal
Ontbossing, illegale houtkap en het oprukken van de sojateelt en mijnbouw vormen al jaren de grootste bedreigingen voor het regenwoud. Op de klimaattop is het thema dit jaar prominenter aanwezig dan ooit. Volgens gastland Brazilië is het omslagpunt gevaarlijk dichtbij, en dat maakt de urgentie enorm.
De Braziliaanse regering, onder leiding van president Lula da Silva, benadrukt dat grote financiële steun noodzakelijk is om de ontbossing daadwerkelijk terug te dringen. Brazilië stelt dat rijke landen, die historisch gezien verantwoordelijk zijn voor de meeste uitstoot, een grotere bijdrage moeten leveren aan het behoud van het Amazoneregenwoud.
Maar de vraag naar geld gaat niet alleen over ontbossing. Ook in andere deelonderwerpen — van de energietransitie tot schadevergoedingen voor klimaatrampen — ligt de nadruk sterk op financiering. Steeds meer delegaties wijzen erop dat bestaande beloftes onvoldoende zijn nagekomen en dat zonder concrete geldstromen veel plannen op papier blijven hangen.

Eerste week vol spanningen
De eerste week van onderhandelingen in Belém zit erop. Delegaties uit bijna tweehonderd landen werkten aan compromissen, maar verschillende dossiers blijken taai. Volgens insiders dreigen sommige thema’s vast te lopen door meningsverschillen tussen rijke en armere landen over verantwoordelijkheden en financiële bijdragen.
Toch is er ook optimisme. De tweede week, waarin ministers en hoge politieke vertegenwoordigers aanschuiven, wordt door velen gezien als een kans om knelpunten eindelijk open te breken. De hoop is dat politieke topfiguren wél de ruimte hebben om compromissen te sluiten waar technocraten niet uitkomen.
Top van implementatie
De meest gehoorde slogan tijdens COP30 is dat deze top een “top van implementatie” moet worden. Geen nieuwe, abstracte klimaatdoelen, maar daden. Veel deelnemers willen dat landen zich concentreren op het nakomen van eerder gemaakte afspraken.
Zo werd in Dubai twee jaar geleden afgesproken om wereldwijd toe te werken naar een geleidelijke uitfasering van fossiele brandstoffen. Toch blijkt uit recente analyses dat de uitstoot wereldwijd blijft stijgen.
Ook de belofte om jaarlijks honderden miljarden dollars beschikbaar te maken voor klimaatfinanciering — gemaakt op de top in Azerbeidzjan — blijft achter bij de realiteit. Klimaatgevoelige landen, vooral in Afrika en Azië, benadrukken dat zij dringend geld nodig hebben om extreme droogte, overstromingen en verzilting het hoofd te bieden.

De Amazone als morele grens
De Amazone fungeert op deze top als een morele grens. Milieuorganisaties benadrukken dat als ’s werelds grootste regenwoud blijft krimpen, de mondiale temperatuurstijging onmogelijk onder controle kan worden gehouden. Het woud wordt vaak omschreven als “de longen van de aarde”, maar volgens wetenschappers zijn die longen ernstig verzwakt.
Inheemse leiders waarschuwen dat het verlies van het woud niet alleen een ecologische ramp is, maar ook een culturele. “Als de Amazone sterft, sterven onze volkeren met haar mee,” aldus een vertegenwoordiger van de Munduruku.
Vooruitblik
De komende dagen zullen cruciaal zijn. De ministers moeten knopen doorhakken over klimaatfinanciering, bescherming van regenwouden en de aanpak van fossiele brandstoffen.
Of de top echt een omslagpunt wordt, hangt volgens experts af van de bereidheid van landen om voorbij nationale belangen te kijken en gezamenlijke verantwoordelijkheid te nemen.
Maar één ding is duidelijk: in Belém klinkt de roep om actie harder dan ooit — en de Amazone staat daarbij symbool voor alles wat er op het spel staat.




