Let Op Nieuwe Regels Voor Auto Keuring: Vanaf 2026 Moeten Kopers Van Tweedehandsauto’s Opletten Om Niet Onterecht Geld Te Verliezen!

Vanaf 2026 gaan er in het Vlaams Gewest belangrijke veranderingen plaatsvinden in de regels rond de autokeuring. Deze nieuwe regelgeving moet volgens de overheid zorgen voor meer comfort, minder bureaucratie en een eerlijkere markt. Toch waarschuwen experts dat vooral kopers van tweedehandsauto’s goed moeten opletten. De afschaffing van de verplichte tweedehandskeuring kan namelijk zowel voordelen als risico’s met zich meebrengen.

De aanleiding voor de hervorming ligt bij de jarenlange kritiek op de huidige keuringscentra. Vlaams minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA) noemt de huidige situatie “een systeem dat veel te lang in handen was van partijen met een monopoliepositie”. Volgens haar zorgden dat monopolie, samen met wachttijden en klantonvriendelijke service, voor grote frustraties bij automobilisten. Met de nieuwe maatregelen wil de minister die problemen aanpakken en de markt openbreken.

Een van de grootste veranderingen wordt in 2028 verwacht: automobilisten zullen hun jaarlijkse keuring niet langer uitsluitend bij een officieel keuringsstation moeten laten uitvoeren. In plaats daarvan kunnen ook erkende garages de keuring doen. Dat moet de wachttijden verminderen en meer concurrentie creëren, waardoor de dienstverlening volgens de overheid vanzelf verbetert.

Maar al in de zomer van 2026 verandert er iets cruciaals voor de verkoop van tweedehandswagens: de verplichte keuring bij verkoop wordt volledig afgeschaft. Dat betekent dat verkopers geen nieuw keuringsbewijs meer hoeven te halen wanneer ze hun auto op de markt brengen. Voortaan volstaan een nog geldig keuringsbewijs en de bekende Car-Pass, waarin de kilometerhistoriek vermeld staat.

Voor verkopers lijkt dat goed nieuws: minder kosten, minder papierwerk en minder tijdverlies. Maar voor kopers ligt dat genuanceerder. De vroegere tweedehandskeuring gaf kopers een relatief betrouwbaar beeld van de technische staat van een voertuig op het moment van verkoop. Zonder die extra controle komt meer verantwoordelijkheid bij de koper zelf te liggen.

Experts waarschuwen daarom dat mensen die een occasie willen kopen, extra aandacht moeten besteden aan de staat van de auto, de onderhoudshistoriek en het gedrag van de verkoper. Een nog geldig keuringsbewijs zegt immers weinig wanneer het voertuig maandenlang niet is onderhouden of intussen schade heeft opgelopen. Vooral bij voertuigen waarvan het keuringsbewijs bijna verlopen is, bestaat het risico dat ze verborgen gebreken hebben die tijdens een nieuwe keuring zouden opvallen.

Volgens Mijnvergelijker.be, dat de nieuwe maatregelen analyseerde, is het essentieel dat kopers vanaf 2026 ofwel zelf een extra technische controle laten uitvoeren, ofwel kiezen voor garages en verkopers met een aantoonbaar betrouwbare reputatie. “De afschaffing van de tweedehandskeuring is positief voor de markt, maar creëert ook ruimte voor misbruik,” klinkt het. “Kopers riskeren meer kosten wanneer ze pas na aankoop ontdekken dat de auto ernstige gebreken heeft.”

Door deze hervorming verwacht de overheid dat de markt dynamischer wordt en dat ook kleine garages meer kansen krijgen. Dat zou op lange termijn voordelig moeten zijn voor de consument. Maar tijdens de overgangsperiode vraagt men om extra voorzichtigheid, vooral bij particuliere verkopen.

Autofederaties vragen ondertussen om een duidelijke informatiecampagne zodat burgers goed begrijpen wat hun verantwoordelijkheid wordt. Ook pleiten ze voor een standaard vrijwillige keuring die garages kunnen aanbieden, zodat kopers een vorm van zekerheid blijven behouden.

Kortom: vanaf 2026 wordt het kopen van een tweedehandswagen eenvoudiger, maar tegelijkertijd ook risicovoller. Wie slim wil kopen, zal beter moeten informeren, documentatie controleren en desnoods zelf een onafhankelijke controle laten uitvoeren. Want hoewel de regels versoepelen, blijft één ding duidelijk: voorkomen is goedkoper dan genezen.