De verkiezingen zijn nog maar net achter de rug, maar de eerste gebroken belofte van D66-leider Rob Jetten lijkt nu al een feit. Tijdens de campagne presenteerde hij zich nog als een realist op migratiegebied, iemand die begreep dat Nederland tegen zijn grenzen aanloopt. Maar nu de stemmen geteld zijn en de macht lonkt, lijkt van die toon weinig meer over.

Waar hij voor de verkiezingen nog sprak over strengere regels en een realistischer migratiebeleid, benadrukt hij nu dat hij “zeker niet” wil meewerken aan remigratie en dat het plan om asielzoekers buiten Europa op te vangen “geen optie” is. Voor veel kiezers die dachten op een gematigde Jetten te stemmen, voelt dat als verraad.
Van “Rechtse Robbie” naar terug naar de oude D66
Tijdens de campagne maakte Jetten furore met zijn zogenaamd vernieuwde toon over migratie. Hij vertelde in verschillende interviews dat progressieve partijen het debat te lang hadden overgelaten aan Geert Wilders. “Dat was een fout,” zei hij. “We hebben het thema migratie volledig door Wilders laten dicteren.”
Hij leek de kiezer gerust te willen stellen dat ook D66 het migratieprobleem eindelijk serieus nam. In talkshows en verkiezingsdebatten sprak hij over strengere handhaving, minder overlastgevende asielzoekers en duidelijkheid voor wie hier niet mag blijven. Hij kreeg er zelfs een bijnaam door: Rechtse Robbie.
Maar die bijnaam kan inmiddels de prullenbak in. In zijn recente optreden bij Nieuwsuur werd de progressieve kant van Jetten weer volledig zichtbaar. Op de vraag of D66 zou meewerken aan een remigratiebeleid – waarbij uitgeprocedeerde asielzoekers worden geholpen om terug te keren – reageerde hij stellig: “Nee, zeker niet.”
Daar bleef het niet bij. Ook plannen om migranten buiten Europa op te vangen, zoals in Oeganda, wees hij resoluut van de hand. “Ik ga daar zelf in elk geval geen onderdeel van uitmaken,” aldus Jetten.
De draai van D66

De snelle ommezwaai van Jetten roept vragen op over zijn betrouwbaarheid. Tijdens de campagne probeerde hij nadrukkelijk stemmen te winnen van gematigde kiezers die zich zorgen maken over migratie, maar nu lijkt hij zich weer volledig te scharen achter het vertrouwde D66-geluid.
De partij, die traditioneel bekendstaat als uitgesproken pro-immigratie, wil koste wat kost voorkomen dat ze wordt gezien als “streng” of “rechts”. En dus lijkt de lijn simpel: liever vasthouden aan idealen dan luisteren naar het signaal van de kiezer.
Voor veel mensen voelt het alsof ze zijn erin getuind. Ze dachten te stemmen op een D66 dat eindelijk begreep dat Nederland niet oneindig vluchtelingen kan blijven opnemen, maar krijgen nu een partij die dezelfde koers vaart als altijd.
De uitspraken van Jetten tijdens de campagne
Opmerkelijk is dat Jetten voor de verkiezingen nog heel anders sprak. In een interview bij Het DIDD Verkiezingscafé zei hij dat zijn partij te lang had gezwegen over migratie. “Toen ik acht jaar geleden in Den Haag kwam, kreeg ik als advies: praat niet over asiel, dat is het terrein van Wilders. Dat was een vergissing.”
Hij benadrukte toen dat D66 niet bang moest zijn om problemen te benoemen. Ook zei hij: “Door harder te zijn voor een kleine, overlastgevende groep, kun je juist humaan zijn voor de mensen die echt hulp nodig hebben.”
Het klonk als een evenwichtige, realistische boodschap. Niet links of rechts, maar praktisch. Precies wat veel Nederlanders willen horen. Maar nu, enkele weken later, lijkt het alsof die woorden nooit zijn uitgesproken.
De terugkeer van het oude D66
Wie Jettens recente uitspraken hoort, hoort het vertrouwde geluid van D66 van vóór de verkiezingen. De partij die gelooft in open grenzen, internationale solidariteit en humanitaire opvang – ongeacht de druk op woningmarkt, zorg of onderwijs.
Tijdens het gesprek in Nieuwsuur werd dat pijnlijk duidelijk. Jetten noemde het “onmenselijk” om asielzoekers elders op te vangen, en benadrukte dat Nederland “een fatsoenlijk land” moet blijven. Daarmee keert hij feitelijk terug naar de lijn van partijgenoten als Sigrid Kaag en Alexander Pechtold: ruimhartig in woorden, maar zonder concrete oplossingen voor de gevolgen.

Kiezers voelen zich misleid
Op sociale media reageren veel mensen teleurgesteld. “We zijn erin getuind,” klinkt het onder berichten van D66. Velen wijzen erop dat Jetten bewust een rechtse toon aansloeg tijdens de campagne om kiezers aan te trekken die twijfelden tussen VVD, NSC en D66.
Een veelgehoorde kritiek is dat Jetten precies dat doet wat hij anderen verwijt: draaien zodra het hem uitkomt. “Tijdens de campagne deed hij alsof hij begreep dat migratie te veel druk zet op Nederland. Nu de verkiezingen voorbij zijn, is het weer business as usual,” schrijft een gebruiker op X.
Ook binnen de politiek is er kritiek. Volgens commentatoren is Jettens snelle terugtrekking uit het migratiedebat een teken dat D66 liever politiek correct blijft dan oplossingsgericht.
De kloof tussen woord en daad
Het patroon is herkenbaar. D66 staat bekend om idealistische verkiezingsbeloften die na de stembusdag snel vervagen. Denk aan eerdere kwesties zoals de klimaatdoelen, de woningmarkt en onderwijsinvesteringen – telkens bleef het bij ambities en mooie woorden.
Bij migratie lijkt hetzelfde te gebeuren. Terwijl steeds meer Nederlanders zich zorgen maken over de instroom van asielzoekers, de druk op gemeenten en de oplopende kosten, houdt D66 vast aan haar theoretische ideaal van “inclusie en solidariteit”.
De realiteit is dat gemeenten kampen met overvolle opvanglocaties en burgers steeds meer weerstand voelen. Een politiek leider die zegt de verbinding te willen zoeken met de samenleving, zou die zorgen serieus moeten nemen. Maar Jetten lijkt opnieuw te kiezen voor de veilige weg: moreel gelijk boven praktische oplossingen.
“De toon is veranderd, de inhoud niet”

Tijdens de campagne zei Jetten nog dat “de toon veranderd was, maar de inhoud niet.” Die uitspraak krijgt nu een ironische lading. Want precies dat lijkt het probleem: de toon was tijdelijk aangepast om stemmen te winnen, maar de inhoud is inderdaad nooit veranderd.
Hij probeerde zich te presenteren als realist, maar blijkt in de kern nog steeds dezelfde progressieve politicus die moeite heeft om kritiek op migratie serieus te nemen.
Zijn standpunt over ‘aso-asielzoekers’, waar hij eerder nog pleitte voor strengere aanpak en speciale locaties, lijkt inmiddels ook van tafel. Alles wijst erop dat de harde woorden van destijds niet meer gelden nu hij de verkiezingen heeft gewonnen.
Conclusie: vertrouwen brokkelt af
De ommezwaai van Rob Jetten is illustratief voor het groeiende wantrouwen in de politiek. Kiezers hebben genoeg van leiders die vóór de verkiezingen stoere taal spreken en daarna hun woorden inslikken.
De D66-leider wilde met zijn nieuwe toon laten zien dat hij begrijpt wat er leeft onder Nederlanders, maar zijn snelle terugval in oude standpunten maakt dat ongeloofwaardig.
Voor veel mensen voelt dit als een klassiek voorbeeld van politieke misleiding. Een partij die zegt te luisteren, maar in werkelijkheid vooral zichzelf hoort.
Of, zoals een teleurgestelde kiezer het samenvatte op sociale media: “We dachten dat D66 eindelijk realistisch werd. Maar we zijn er gewoon weer ingetrapt.”
De vraag is nu: hoeveel kiezers trappen er de volgende keer nog in?




