VVD-STEMMERS WIJZEN SAMENWERKING MET GROENLINKS-PvdA MASSAAL AF: TWEE DERDE VAN DE ACHTERBAN KIEST LIEVER VOOR OPPOSITIE DAN VOOR EEN MIDDENKABINET
Grote meerderheid VVD-achterban wil niets weten van middenkabinet
De steun onder VVD-stemmers voor de harde koers van partijleider Dilan Yeşilgöz blijft overweldigend. Uit onderzoek van het RTL Nieuwspanel blijkt dat maar liefst 66 procent van de VVD-kiezers liever de oppositie ingaat dan deel te nemen aan een middenkabinet waarin wordt samengewerkt met GroenLinks-PvdA. Slechts 18 procent ziet zo’n kabinet als acceptabel.
Het onderzoek onderstreept dat Yeşilgöz’ uitgesproken afwijzing van samenwerking met de fusiepartij GroenLinks-PvdA aanslaat bij haar achterban. De partij, die in de verkiezingen duidelijk stelde dat er “geen ruimte was voor linkse compromissen”, lijkt met die belofte het vertrouwen van haar kiezers te hebben verstevigd.

“Geen zin in een links experiment”
De weerstand bij VVD-stemmers tegen een middenkabinet is de afgelopen week alleen maar toegenomen. Waar vorige week nog 23 procent een samenwerking met GroenLinks-PvdA acceptabel vond, is dat nu gedaald tot 18 procent.
Onder de respondenten klinken duidelijke geluiden: “De PvdA is dood,” en “nooit met GroenLinks.” Anderen noemen de fusiepartij “te radicaal” of “te ver verwijderd van wat gewone Nederlanders willen.”
De keuze van Jesse Klaver als fractievoorzitter van GroenLinks-PvdA lijkt de kloof alleen maar te verdiepen. Veel VVD-kiezers zien in hem het symbool van de linkse koers die ze juist willen vermijden.
Tegenovergestelde trend bij D66: meer steun voor samenwerking met links
Bij D66 zien we precies het tegenovergestelde patroon. Hoewel D66-stemmers aanvankelijk ook openstonden voor een centrumrechts kabinet, is dat draagvlak sterk afgenomen: slechts 36 procent vindt een samenwerking met VVD, CDA en JA21 nog acceptabel.
Een dag na de verkiezingen lag dat cijfer nog op 56 procent. D66-kiezers lijken nu vooral te verlangen naar “stabiliteit” en “duidelijke samenwerking in het midden”, waarbij GroenLinks-PvdA als natuurlijke bondgenoot wordt gezien.
Deze verschuiving maakt de formatie extra ingewikkeld. Waar Yeşilgöz haar partij scherp naar rechts stuurt, kiest Rob Jetten van D66 nadrukkelijk voor de middenweg — of zelfs een lichte linkse oriëntatie.

“De VVD vaart scherper aan de wind dan ooit”
Volgens politiek verslaggever Fons Lambie is de ontwikkeling niet verrassend:
“Als de VVD-leider in de campagne GroenLinks-PvdA afwijst en nu in de formatie ook uitsluit, zie je dat kiezers daarin meegaan. Het is een vorm van wederzijdse versterking: Yeşilgöz wordt gesterkt door haar achterban, en haar achterban voelt zich bevestigd door haar harde toon.”
Lambie wijst erop dat de VVD zich onder Mark Rutte vaak presenteerde als een bestuurderspartij die bereid was met iedereen te regeren — zelfs met de PvdA in het kabinet Rutte II. Onder Yeşilgöz is die houding echter veranderd:
“De VVD onder Yeşilgöz wil zich duidelijk profileren als centrumrechts, en niet langer als een partij die met links meebuigt. Dat is een koerswijziging die bewust wordt ingezet.”
Politieke spanningen lopen op in Den Haag
Die koerswijziging blijft niet zonder gevolgen. Binnen de coalitievorming zorgt de blokkade van de VVD voor een groeiende patstelling. Zowel Yeşilgöz als Jetten houdt voet bij stuk.
Politieke bronnen spreken van “frustratie” bij andere partijen, die de houding van de VVD zien als “onverantwoord hard” en “haaks op de traditie van bestuurlijke verantwoordelijkheid”. Toch houdt de partij vol dat een samenwerking met GroenLinks-PvdA “onmogelijk en onwenselijk” is.
Binnen de VVD klinkt het geluid dat een terugkeer naar het midden “zelfmoord” zou zijn voor de partij. Een lid van het campagneteam zegt anoniem:
“We hebben de verkiezingen gewonnen door ons te onderscheiden van links. Als we die grens nu opgeven, verliezen we onze geloofwaardigheid.”
De formatie op een kruispunt
De komende week wordt volgens insiders cruciaal. Verkenner Koolmees moet met een advies komen over hoe de impasse tussen VVD en D66 kan worden doorbroken. Beide partijen willen duidelijk een andere richting op — de één naar rechts, de ander naar het midden.
Wat de uitkomst ook wordt, duidelijk is dat de machtspositie van GroenLinks-PvdA een bron van verdeeldheid blijft. Terwijl D66 en GroenLinks-PvdA een coalitie in het midden zien als de enige stabiele optie, beschouwen de liberalen dat scenario als een bedreiging voor hun identiteit.
een diepe kloof in het politieke midden
De Nederlandse politiek lijkt opnieuw te worstelen met een gespleten middenveld. Waar Rutte ooit bruggen bouwde tussen links en rechts, kiest Yeşilgöz voor duidelijkheid — en dat spreekt haar kiezers aan.
Met 66 procent van de VVD-stemmers die liever de oppositie in gaan dan met GroenLinks-PvdA te regeren, lijkt een middenkabinet voorlopig ver weg.
De formatie bevindt zich daarmee op een kantelpunt:
ofwel de VVD houdt vast aan haar harde lijn en kiest voor oppositie,
ofwel er moet een politieke doorbraak komen die beide kampen dichter bij elkaar brengt.
Tot die tijd blijft één boodschap klinken vanuit de achterban van Yeşilgöz:
“Geen linkse compromissen — liever geen macht dan verkeerde macht.”




