đ„ Na rellen in Den Haag: Minister geeft politie groen licht voor traangas in waterkanonnen

De politie mag van demissionair minister Foort van Oosten van Justitie gaan experimenteren met het gebruik van traangas in waterkanonnen. Na de extreemrechtse rellen in Den Haag vindt de minister het noodzakelijk dat er gekeken wordt naar extra bewapening voor de Mobiele Eenheid.
Het geweld tegen ME-agenten tijdens de rellen in Den Haag in septemer heeft âgrote indrukâ gemaakt op Van Oosten, schrijft hij vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer. Geweldplegers zochten tijdens een anti-immigratiedemonstratie de confrontatie met de politie en de ME en zetten politieautoâs in brand. Meerdere agenten raakten gewond.
Justitieminster Van Oosten wil nu een experiment opstarten met het gebruik van traangas in waterkanonnen, bedoeld om gewelddadige groepen op afstand van agenten te kunnen houden of het geweld te stoppen. Volgens de VVD-minister kan het ook âtactischâ worden ingezet om groepen mensen uit een gebied te weren, door een nevel van traangas op te wekken. Contact met de stof leidt tot hevige irritatie aan de ogen.
Van Oosten heeft de politie ook toestemming verleend om te starten met een proef waarbij ME-agenten pepperspraybussen met een bereik van 6 tot 7 meter krijgen. Dat zou mogelijk kunnen helpen bij het afwenden van direct gevaar. Beide proeven moeten in december starten en zullen twee jaar duren. Daarna moet een definitief besluit volgen over het opnemen van de middelen in het arsenaal van de ME.
De autoriteiten zagen zich bij de uit de hand gelopen demonstratie van âEls Rechtsâ op 20 september genoodzaakt zowel traangas als het waterkanon in te zetten om aanwezigen van het Malieveld en de aanpalende A12 te verdrijven. De Tweede Kamer had de demissionair minister na het extreemrechtse geweld in Den Haag al verzocht te regelen dat de ME zo snel mogelijk meer âgewelds- en verdedigingsmiddelenâ tot zijn beschikking krijgt.
Korpschef Janny Knol zegt dat de politie meer keus uit geweldsmiddelen nodig heeft. âWe willen steeds proportioneel reageren: niet méér ingrijpen dan noodzakelijk. Collegaâs komen nu soms zo in het nauw dat ze het vuurwapen moeten overwegen omdat ze geen âlichterâ geweldsmiddel meer beschikbaar hebben.â
Die reactie zegt Jan Brouwer, hoogleraar recht en samenleving aan de Rijksuniversiteit Groningen en directeur van het Centrum Openbare Orde en Veiligheid, te begrijpen. Tegelijkertijd stelt hij ook dat de politie ervoor moet waken niet in een âescalatieladderâ te belanden met geweldplegers.

âJe moet geweld gebruiken dat tot op zekere hoogte aanvaard wordtâ, aldus Brouwer. âDe politie weet ook: als wij het geweld te veel opvoeren, krijgen we dat net zo hard terug. Het is altijd zoeken naar wat nog nĂ©t wel kan en wat niet kan.â
Op verzoek van de politie wordt onderzocht of er ook een proef kan komen met luchtdrukwapens en verf in waterkanonnen. Luchtdrukwapens vuren kogels minder snel af dan gewone wapens. Daarmee is het mogelijk om âop afstand een pijnprikkel toe te brengenâ, schrijft Van Oosten. Met verf kunnen mensen gemarkeerd worden, en zo later gemakkelijker herkend worden voor een eventuele aanhouding. Daarnaast gaat de politie de opties verkennen voor het gebruik van cameraâs, bijvoorbeeld op ME-schilden.
De laatste jaren heeft de politie al beschikking gekregen over steeds meer middelen. Brouwer somt op: âVroeger ging het alleen om een waterkanon en een knuppel. Daar zijn bijvoorbeeld pepperspray en het stroomstootwapen bijgekomen. En die knuppel is langer geworden en heeft een nare, scherpe punt gekregen.â
Waar houdt het dan op? âEr zullen vast nog wat nieuwe middelen toegepast worden. Maar ik zeg ook: âPas op.â Voor je het weet krijgen ze het als een boomerang terug.â




