Wat begon als één van de meest ambitieuze plannen van D66 tijdens de verkiezingscampagne, verandert nu in een bron van verwarring en spot.

De belofte van Rob Jetten om tien nieuwe steden te bouwen om de woningnood op te lossen, blijkt volgens partijprominent Roger van Boxtel namelijk “meer een metafoor” dan een concreet plan te zijn.
Die uitspraak zorgt voor grote ophef, niet alleen onder kiezers, maar ook binnen de partij zelf.
Een verkiezingsbelofte die bleef hangen
Tijdens de campagne profileerde Rob Jetten zich als de frisse, optimistische leider die Nederland klaar moest stomen voor de toekomst.
Een van zijn meest opvallende beloften was het bouwen van tien compleet nieuwe steden, verspreid over het land. Volgens Jetten zouden die steden bijdragen aan het oplossen van het woningtekort, dat al jaren een van de grootste problemen van Nederland is.
In debatten en interviews herhaalde hij meerdere keren dat Nederland “moed en visie” nodig heeft om ruimte te creëren.
Het idee van tien nieuwe steden was in die context het paradepaardje van zijn campagne. Jongeren en starters op de woningmarkt reageerden hoopvol: eindelijk een plan dat verder durfde te gaan dan losse beloften over versnelling van woningbouw.
Maar na de verkiezingen lijkt er ineens iets te schuiven binnen D66. Oud-minister en partijveteraan Roger van Boxtel verklaarde in een uitzending van WNL op Zondag dat de belofte van Jetten niet letterlijk bedoeld was, maar symbolisch.
“Wat hij daarmee wilde aangeven,” zei Van Boxtel, “is dat we vernieuwend moeten durven denken over volkshuisvesting.”
Een metafoor? Dat valt slecht

De uitleg van Van Boxtel sloeg in als een bom. Kiezers die Jetten geloofden op zijn woord, voelen zich misleid.
Vooral omdat de D66-leider tijdens de campagne nooit heeft gezegd dat het om een metafoor ging. In toespraken, verkiezingsdebatten en partijprogramma’s werd juist nadrukkelijk gesproken over echte steden met woningen, infrastructuur en werkgelegenheid.
In het officiële verkiezingsprogramma van D66, getiteld Het kan wél, staat zelfs letterlijk beschreven dat de partij “tien nieuwe steden wil bouwen, bij voorkeur in de buurt van bestaande kernen en OV-knooppunten.”
Ook wordt er in datzelfde stuk gesproken over een mix van sociale huur, middenhuur en koopwoningen. Die teksten klinken niet bepaald als symboliek — ze klinken als beleid.
Het gevolg: veel Nederlanders voelen zich bekocht. Op sociale media regent het reacties van teleurgestelde burgers die zich afvragen of D66 uberhaupt nog serieus te nemen is.
“Je kunt niet eerst doen alsof je het woningtekort gaat oplossen en daarna zeggen dat het allemaal symbolisch bedoeld was,” klinkt het in honderden reacties.
Mona Keijzer haalt uit: “Kan je in een metafoor wonen?”
Ook andere politici laten de kans niet liggen om D66 aan te vallen. Demissionair minister van Volkshuisvesting Mona Keijzer (BBB) reageerde met een vileine sneer op X: “Kan je in een metafoor wonen dan?”
Met die ene zin wist ze de frustratie van veel Nederlanders samen te vatten.
De woningnood is inmiddels een van de grootste maatschappelijke problemen van dit moment. Tienduizenden jongeren wonen nog bij hun ouders, huurprijzen schieten door het dak en veel gemeenten hebben wachtlijsten van meer dan tien jaar voor sociale huur.
Tegen die achtergrond klinkt het D66-verhaal van “tien nieuwe steden” als een harde klap in het gezicht van mensen die al jaren wachten op betaalbare woonruimte.
Voor velen is de uitleg van Van Boxtel dan ook niet alleen verwarrend, maar ronduit respectloos. Want wat heb je aan “symbolisch denken” als de huur elke maand omhooggaat en een koopwoning onbetaalbaar is geworden?
Interne verdeeldheid binnen D66
Binnen D66 zelf zorgt de uitspraak eveneens voor spanning. Sommige partijleden verdedigen Van Boxtel en zeggen dat hij gewoon bedoelde dat het plan visionair bedoeld was, niet letterlijk. Anderen vinden dat dit een pijnlijk voorbeeld is van de communicatieve chaos binnen de partij.
Rob Jetten heeft zelf nog niet inhoudelijk gereageerd op de ophef, maar volgens ingewijden is er achter de schermen wel degelijk irritatie.
De partijtop vreest dat het beeld van onduidelijkheid rond de woningbouwplannen D66 zal blijven achtervolgen. Zeker omdat Jetten zijn campagne grotendeels bouwde op optimisme en daadkracht — twee eigenschappen die nu juist ter discussie staan.
Voor de buitenwereld oogt het als een schoolvoorbeeld van wat er misgaat in de politiek: mooie woorden tijdens de verkiezingen, maar zodra het stemmen tellen voorbij is, blijken de plannen vooral een metafoor.
Een oud patroon dat D66 blijft achtervolgen
Critici wijzen erop dat dit niet de eerste keer is dat D66 worstelt met geloofwaardigheid. Eerder kwam de partij ook al onder vuur te liggen vanwege wisselende standpunten over het leenstelsel, migratie en stikstof. De belofte van “nieuw leiderschap” die Jetten introduceerde, lijkt in de praktijk moeilijk waar te maken.
De partij staat bovendien voor een bredere uitdaging: het vertrouwen van kiezers is broos, en elke vorm van onduidelijkheid wordt genadeloos afgestraft.
In de ogen van veel Nederlanders vertegenwoordigt D66 de bestuurlijke elite, losgezongen van het dagelijkse leven van gewone mensen. Een misverstand over iets fundamenteels als woningbouw versterkt dat beeld alleen maar.
De schade voor Jetten zelf
Voor Rob Jetten is de timing ronduit rampzalig. Als nieuwe premier in wording — althans volgens de huidige coalitieonderhandelingen — had hij juist behoefte aan rust en stabiliteit binnen zijn partij. Nu moet hij in de verdediging. In plaats van te kunnen praten over zijn plannen voor Nederland, wordt hij geconfronteerd met vragen over wat hij “echt bedoelde” met de tien steden.
De kwestie raakt bovendien aan zijn imago. Jetten presenteert zich graag als een positieve, toekomstgerichte leider, iemand die staat voor transparantie en eerlijkheid. Maar het idee dat zijn paradepaardje “slechts symbolisch” was, zet dat beeld onder druk.
Het voedt het wantrouwen bij kiezers die vinden dat politici mooie praatjes verkopen zonder concrete resultaten te leveren.
Een pijnlijk contrast met de werkelijkheid
De ironie van de situatie is groot. Terwijl D66 praat over symboliek en metaforen, groeit de woningnood met de dag. Jongeren verhuizen noodgedwongen terug naar hun ouders, gezinnen bivakkeren in vakantieparken en ouderen kunnen geen geschikte woning vinden.
Gemeenten trekken aan de bel, bouwbedrijven waarschuwen voor vertragingen, en huurprijzen bereiken recordhoogtes.
In dat licht klinkt het excuus van Van Boxtel als wereldvreemd. Het maakt duidelijk waarom zoveel Nederlanders zich niet meer herkennen in de politiek: woorden wegen weinig als de realiteit pijn doet.
Politieke tegenstanders ruiken bloed
Niet alleen de BBB, maar ook PVV en NSC grijpen het moment aan om D66 te bekritiseren. Volgens PVV-kamerleden is dit “typisch D66”: grote woorden, maar nul resultaat.
Caroline van der Plas noemde het zelfs “het toppunt van Haagse luchtfietserij”. Ook Pieter Omtzigt liet zich kritisch uit en stelde dat “de woningmarkt concrete maatregelen nodig heeft, geen metaforen”.
Deze golf van kritiek onderstreept hoe kwetsbaar de positie van Jetten is geworden. Elk misverstand of communicatiefout wordt nu gezien als bewijs dat hij niet klaar is voor het premierschap.
Conclusie: van droomplan naar afgang
Wat begon als een krachtig symbool van vernieuwing, eindigt voor D66 in een pijnlijke vertoning van politieke vaagheid. De uitspraak van Roger van Boxtel dat de tien nieuwe steden “slechts een metafoor” waren, heeft het vertrouwen in Rob Jetten en zijn partij een flinke klap gegeven.
De woningnood is te ernstig om te bagatelliseren met symbolische uitspraken. Nederlanders willen geen metaforen, maar huizen. En zolang D66 blijft praten in beeldspraak, zal de realiteit van de woningnood de partij blijven achtervolgen.
De partij die ooit zei “het kan wél”, lijkt nu vooral te moeten uitleggen waarom het niet gebeurt. En dat is misschien wel de grootste metafoor van allemaal.




